De Rots: Jezus Christus

de rots Jezus ChristusRuim 3300 jaar geleden gaf Almachtige God zijn dienaar Mozes de taak om het volk Israël uit gevangenschap in Egypte naar de vrijheid van het beloofde land te leiden. Mozes aanvaardde deze opdracht en leidde het volk nederig en krachtig. Hij erkende zijn volledige afhankelijkheid van God en onderhield, ondanks talrijke moeilijkheden met de mensen, een nauwe en toegewijde relatie met de Heer God.

Hoewel Mozes bekend stond als een nederig man, maakte het gedrag van de Israëlieten hem vaak woedend. Een deel van het volk maakte ruzie en verlangde ernaar terug te keren van de door God gegeven vrijheid naar de volle vleespotten en slavernij van Egypte. Ze mopperden over het eentonige dieet van manna en hun ondraaglijke dorst in de woestijn. Ze maakten een afgod, aanbaden het, dansten eromheen en leefden in hoererij. Het mopperende volk stond op het punt Mozes te stenigen, in opstand tegen God die hen had bevrijd.

De apostel Paulus verwijst naar deze gebeurtenis in zijn brief aan de Korinthiërs: “Ze aten allemaal hetzelfde geestelijke voedsel en dronken dezelfde geestelijke drank; want zij dronken van de geestelijke rots die hen volgde; maar de rots was Christus” (1. Korintiërs 10,3-4).

Jezus is het ware brood uit de hemel. Jezus zei: ‘Het was niet Mozes die je het brood uit de hemel gaf, maar mijn Vader geeft je het echte brood uit de hemel. Want dit is het brood van God dat uit de hemel komt en leven geeft aan de wereld. Toen zeiden ze tegen hem: Heer, geef ons altijd zo'n brood. Maar Jezus zei tegen hen: Ik ben het brood des levens. Wie bij mij komt, zal geen honger lijden; en wie in mij gelooft, zal nooit meer dorst krijgen” (Johannes 6,32-35).

De rots vertegenwoordigt Jezus Christus. Uit deze rots vloeit het levengevende water, dat de lichamelijke en geestelijke dorst voor altijd lest. Wie in Jezus de Rots gelooft, zal nooit meer dorst krijgen.
Onder de nakomelingen van de Israëlieten, namelijk het volk, de schriftgeleerden en Farizeeën, zijn veel van hun houdingen niet veranderd. Zij mopperden tegen Jezus toen Hij verklaarde: ‘Ik ben het brood dat uit de hemel is neergedaald’ (Joh 6,41).

Wat leren we van dit verhaal? Het antwoord vinden we in de volgende verzen: «Is de zegenbeker waarover wij prijzen niet een deelname aan het bloed van Christus? Is het brood dat wij breken geen deelname aan het lichaam van Christus? Omdat het één brood is, zijn wij, de velen, één lichaam. Want wij delen allemaal in het ene brood” (1. Korintiërs 10,16-17 ZB).

Jezus Christus, de Rots, geeft iedereen die in Hem gelooft leven, vitaliteit en een waardevolle relatie met de Almachtige God: Vader, Zoon en Heilige Geest. Alle mensen die van Jezus houden en hun leven aan Hem toevertrouwen, zijn welkom in Gods gemeenschap, zijn kerk.

door Toni Püntener


Meer artikelen over Jezus:

Wie was Jezus?   Het hele plaatje van Jezus