Wees een zegen voor anderen

574 wees een zegen voor anderenDe bijbel spreekt expliciet over de zegen op meer dan 400 plaatsen. Daarnaast zijn er nog veel meer die indirect met hem te maken hebben. Geen wonder dat christenen deze term graag gebruiken in hun leven met God. In onze gebeden vragen we God om onze kinderen, kleinkinderen, echtgenoten, ouders, familieleden, vrienden, collega's en vele andere mensen te zegenen. Op onze wenskaarten schrijven we "God zegene je" en gebruiken we zinnen als "Habakuk een gezegende dag". Er is geen beter woord om Gods goedheid voor ons te beschrijven, en hopelijk danken we hem elke dag voor zijn zegeningen. Ik denk dat het net zo belangrijk is om een ​​zegen voor anderen te zijn.

Toen God Abraham vroeg om zijn vaderland te verlaten, vertelde hij hem wat hij van plan was: "Ik wil een groot volk van je maken en ik wil je zegenen en een grote naam van je maken, en je zult een zegen zijn" (1. Mozes 12,1-2). In de New Life Bible-editie staat: "Ik wil van jou een zegen voor anderen maken". Ik ben erg bezorgd over deze passage in de Bijbel en ik vraag mezelf vaak af: "Ben ik een zegen voor anderen?"

We weten dat geven gezegender is dan ontvangen (Handelingen 20,35). We weten ook dat we onze zegeningen met anderen moeten delen. Ik geloof dat als het gaat om het zijn van een zegen voor anderen, er meer aan de hand is. De zegening draagt ​​aanzienlijk bij aan geluk en welzijn of is een geschenk uit de hemel. Voelen mensen zich beter of zelfs gezegend in onze aanwezigheid? Of zou je liever met iemand anders zijn die veel zekerder in het leven staat?

Als christenen zouden we het licht van de wereld moeten zijn (Mattheüs) 5,14-16). Het is niet onze taak om de problemen van de wereld op te lossen, maar om als een licht in de duisternis te schijnen. Wist je dat licht sneller reist dan geluid? Verlicht onze aanwezigheid de wereld van degenen die we ontmoeten? Zijn we daardoor een zegen voor anderen?

Een zegen zijn voor anderen hangt niet af van ons leven dat goed gaat. Toen Paulus en Silas in de gevangenis zaten, besloten ze hun situatie niet te vervloeken. Ze bleven God prijzen. Hun voorbeeld was een zegen voor de andere gevangenen en de gevangenisbewakers6,25-31). Soms kunnen onze acties in moeilijke tijden gunstig zijn voor anderen en weten we niet eens van hen. Als we God toegewijd zijn, kan Hij wonderbaarlijke dingen door ons doen zonder dat we het ons realiseren.

Wie kan weten met hoeveel mensen hij in contact zal komen? Er wordt gezegd dat één persoon tot 10.000 mensen in de loop van hun leven kan treffen. Zou het niet geweldig zijn als we een zegen zouden kunnen zijn voor elk van deze mensen, hoe klein ook? Het is mogelijk. We hoeven alleen maar te vragen: "Heer, maak me alstublieft een zegen voor anderen!"

Een suggestie aan het einde. De wereld zou een betere plek zijn als we de levensregel van John Wesley zouden implementeren:

"Doe zoveel goed als je kunt
met alle middelen tot uw beschikking
op alle mogelijke manieren
waar en wanneer je maar kunt
naar alle mensen en
zo lang mogelijk. »
(Johannes Wesley)

door Barbara Dahlgren