De verleiding van rijkdom

546 de verleiding van rijkdomEen tijdschrift meldde dat een toenemend aantal mensen betekenis en zin in hun leven vinden in de mantra "Ik koop, daarom ben ik". U herkent deze humoristische draai aan een bekende filosofische zin: "Ik denk dat ik dat daarom ben". Maar onze consumptiegerichte cultuur heeft niet meer gekocht onroerend goed nodig. Wat onze cultuur nodig heeft, is de waarheid van het evangelie, dat is Gods zelfopenbaring: ik ben wie ik ben; daarom ben je hier! Zoals zoveel mensen vandaag, identificeerde de rijke jongeman zich in het Evangelie van Marcus met zijn bezittingen en rijkdom. Hij werd verleid in zijn denken en dacht dat zijn welzijn in het hier en nu wordt verzekerd door zijn fysieke rijkdom en dat het eeuwige leven wordt gegarandeerd door zijn goede werken.

De rijke man vroeg Jezus wat hij moest doen om het eeuwige leven te beërven. «Er ontbreekt één ding aan je. Ga daarheen, verkoop alles wat je hebt en geef het aan de armen, en je zult een schat in de hemel hebben, en kom, volg mij!" (Markus 10,21). Jezus beantwoordde zijn vraag door hem te zeggen de liefde voor zijn bezittingen op te geven en in plaats daarvan zijn hart te vullen met een honger naar gerechtigheid. Jezus' antwoord ging niet over wat de rijke man voor Jezus kon doen, maar over wat Jezus voor hem kon doen. Jezus vroeg de man om zijn vertrouwen in materiële dingen op te geven, de illusie dat hij zijn eigen leven zou kunnen beheersen, zich aan God over te geven en te vertrouwen op Gods veiligheid. Jezus daagde de man uit om de eeuwige rijkdom te aanvaarden door Gods genade en de absolute zekerheid van eeuwig leven gebaseerd op Jezus' eigen gerechtigheid. Jezus bood de rijke man aan om een ​​van zijn discipelen te worden. Hier was een aanbod van de Messias om met hem te reizen, met hem te leven en dagelijks, intiem met hem te wandelen. De rijke man verachtte Jezus' aanbod niet en wees het niet voortijdig af. Een vertaling merkt op dat de rijke man geschokt was en wegliep in verdriet, in duidelijke pijn. Hij voelde de waarheid van de diagnose van Jezus, maar kon de aangeboden genezing niet aanvaarden.

Bedenk dat de rijke jonge heerser aanvankelijk verheugd was over de woorden van Jezus. Hij was zelfverzekerd omdat hij God gehoorzaam was en zijn geboden "van zijn jeugd af" had gehouden (vers 20). Jezus antwoordde hem niet met ongeduld of spot, maar met liefde: "Jezus keek hem aan en had hem lief" (vers 21). Uit oprecht mededogen identificeerde Jezus snel het obstakel dat de relatie van deze man met God in de weg stond: genegenheid voor zijn fysieke bezittingen en het geloof dat zijn eigen gehoorzaamheid het eeuwige leven zou kunnen opleveren.

Het lijkt erop dat de rijkdom van deze man bezit van hem heeft genomen. De rijke man had een soortgelijke illusie in zijn geestelijk leven. Hij werkte onder de valse veronderstelling dat zijn goede werken God zouden verplichten om hem het eeuwige leven te geven. Daarom zou je jezelf de vraag moeten stellen: "Wie of wat beheerst mijn leven?"

We leven in een consumptiegerichte cultuur die aan de ene kant lippendienst levert aan vrijheid en onafhankelijkheid. Tegelijkertijd maakt het ons smakelijk om onophoudelijk te genieten van een slaafse verbintenis om dingen te kopen, te verwerven en te bezitten, en om de sociale en economische ladders van succes te beklimmen. Bovendien worden we geconfronteerd met een religieuze cultuur die goede werken als de sleutel tot verlossing benadrukt, of op zijn minst beweert dat goede werken een belangrijke rol spelen in het kwalificeren van ons voor redding of niet.
Het is een tragedie dat sommige christenen uit het oog verliezen waar Christus ons leidt en hoe we daar uiteindelijk zullen komen. Jezus zette onze veilige toekomst uiteen toen hij tot zijn discipelen zei: „Geloof in God en geloof in mij. Er zijn veel appartementen in het huis van mijn vader. Als het niet zo was, zou ik dan tegen je hebben gezegd: ik ga de plaats voor je klaarmaken? En als ik ga om de plaats voor je klaar te maken, zal ik terugkomen en je naar mij toe brengen, zodat je kunt zijn waar ik ben. En waar ik heen ga, weet jij de weg »(Johannes 14,1-4). De discipelen wisten de weg.

Bedenk dat God is wie Hij is, en dat is waarom Hij van je houdt en vergeeft. Jezus biedt u in zijn genade alle rijkdommen van zijn koninkrijk aan. Hij is het fundament van alles wat u gelooft, hij is de bron van uw redding. Reageer op hem in dankbaarheid en liefde, met heel je hart, met heel je ziel en met heel je verstand en met al je krachten.

door Joseph Tkach