Mysteries en geheimen

In heidense religies waren mysteries geheimen die alleen werden geopend voor degenen die werden geïntroduceerd in hun systeem van aanbidding. Deze geheimen gaven ze zogenaamd de kracht en het vermogen om anderen te beïnvloeden, en ze moesten niet aan iemand anders worden onthuld. Ze zijn zeker niet uitgeroepen. Zulke krachtige kennis was gevaarlijk en moest ten koste van alles geheim worden gehouden.

Het tegenovergestelde is het geval met het evangelie. In het Evangelie is het het grote mysterie van wat God heeft gedaan in en door de menselijke geschiedenis, dat aan iedereen helder en vrij wordt geopenbaard in plaats van geheim te worden gehouden.

In onze Engelse taal is een mysterie onderdeel van een puzzel die moet worden gevonden. In de Bijbel is een mysterie echter iets dat waar is, maar dat de menselijke geest pas kan begrijpen als God het openbaart.

Paulus beschrijft als mysteries al die dingen die vaag waren in de tijd voor Christus, maar die volledig werden geopenbaard in Christus - het mysterie van het geloof (1 Tim. 3,16), het mysterie van Israëls verharding (Rom. 11,25), het mysterie van Gods plan voor de mensheid (1 Kor. 2,7), wat hetzelfde is als het mysterie van Gods wil (Ef. 1,9) en het mysterie van de opstanding (1 Kor. 15,51).

Toen Paulus openlijk het mysterie openbaarde, deed hij twee dingen: ten eerste, legde hij uit dat wat werd gesuggereerd in het Oude Verbond werkelijkheid werd in het Nieuwe Verbond. Ten tweede verzette hij zich tegen het idee van een verborgen mysterie en zei dat het christelijke mysterie een onthuld mysterie was, bekendgemaakt, verkondigd door iedereen en geloofd door de heiligen.

In Kolossenzen 1,21-26 schreef hij: Ook aan u die eens vreemd en vijandig was in boze werken, 1,22 Hij heeft zich nu verzoend door de dood van zijn sterfelijk lichaam, zodat hij u heilig en onberispelijk en onberispelijk voor zijn aangezicht kan maken; 1,23 als u maar in het geloof blijft, standvastig en standvastig, en niet afwijkt van de hoop van het evangelie, dat u hebt gehoord en dat aan alle schepselen onder de hemel is verkondigd. Ik, Paulus, ben zijn dienaar geworden. 1,24 Nu verheug ik mij in het lijden dat ik voor u lijd, en in mijn vlees vergoed ik wat er nog ontbreekt in het lijden van Christus voor zijn lichaam, dat is de kerk. 1,25 Ik ben u dienaren geworden door het ambt dat God mij heeft gegeven, opdat ik zijn woord rijkelijk tot u zou verkondigen, 1,26 namelijk het mysterie dat eeuwen en generaties verborgen is geweest, maar nu aan zijn heiligen is geopenbaard.

God roept en beveelt ons om voor hem te werken. Onze taak is om het onzichtbare koninkrijk van God zichtbaar te maken door middel van een getrouw christelijk leven en een getuigenis. Het evangelie van Christus is het evangelie van het koninkrijk van God, het goede nieuws van gerechtigheid, vrede en vreugde in de Heilige Geest door gemeenschap en discipelschap met onze levende Heer en Redder. Het moet niet geheim worden gehouden. Het moet met iedereen worden gedeeld en aan iedereen worden bekendgemaakt.

Paulus vervolgt: ... aan wie God de heerlijke rijkdom van dit mysterie onder de heidenen wilde bekendmaken, namelijk Christus in u, de hoop der heerlijkheid. 1,28 We informeren en vermanen alle mensen en onderwijzen alle mensen in alle wijsheid, zodat we iedereen in Christus volmaakt kunnen maken. 1,29 Hiervoor strijd en strijd ik in de kracht van hem die krachtig in mij werkt (Kolossenzen 1,27-29).

Het evangelie is een boodschap over de liefde van Christus en hoe Hij alleen ons van schuld bevrijdt en ons verandert naar het beeld van Christus. Zoals Paulus aan de kerk in Filippi schreef: Ons burgerschap is in de hemel; vanwaar we de Heiland verwachten, de Heer Jezus Christus, 3,21 die ons ijdele lichaam zal veranderen, zodat hij zal worden als zijn verheerlijkt lichaam naar de kracht waarmee hij alle dingen kan onderwerpen (Fil. 3,20-21).

Het evangelie is inderdaad iets om te vieren. Zonde en dood kunnen ons niet scheiden van God. We horen veranderd te worden. Onze verheerlijkte lichamen zullen niet rotten, zullen geen voedsel meer nodig hebben, zullen niet langer oud worden of gerimpeld worden. We zullen als Christus worden opgewekt in krachtige geestelijke lichamen. Meer dan dat is alleen nog niet bekend. Zoals Johannes schreef: Lieve mensen, we zijn al Gods kinderen; maar het is nog niet geopenbaard wat we zullen zijn. Maar we weten dat wanneer het wordt geopenbaard, we zullen zijn zoals het; omdat we hem zullen zien zoals hij is (1 Joh. 3,2).

door Joseph Tkach


pdfMysteries en geheimen