Wie is Jezus Christus?

Als je een willekeurige groep mensen zou vragen wie Jezus Christus is, zou je verschillende antwoorden krijgen. Sommigen zouden zeggen dat Jezus een groot moreel leraar was. Sommigen zouden hem als een profeet beschouwen. Anderen zouden hem gelijkstellen aan de grondleggers van religies als Boeddha, Mohammed of Confucius.

Jezus is God

Jezus zelf stelde deze vraag eens aan zijn discipelen. We vinden het verhaal in Mattheüs 16.
"Jezus kwam naar de streek van Caesarea Filippi en vroeg zijn discipelen: 'Wie zeggen de mensen dat de Mensenzoon is? Ze zeiden: Sommigen zeggen dat je Johannes de Doper bent, sommigen zeggen dat je Elia bent, sommigen zeggen dat je Jeremia bent of een van de profeten. Hij vroeg hen: Wie zeggen jullie dat ik ben? Toen antwoordde Simon Petrus en zei: U bent Christus, de Zoon van de levende God!"

Door het hele Nieuwe Testament heen vinden we bewijzen van Jezus' identiteit. Hij genas melaatsen, kreupelen en blinden. Hij wekte de doden op. In Joh 8,58, toen hem werd gevraagd hoe hij enige speciale kennis van Abraham kon hebben, antwoordde hij: "Voordat Abraham ontstond, ben ik." Daarbij deed hij een beroep op de persoonlijke naam van God en paste deze op zichzelf toe: "Ik ben ," welke is in 2. Mozes 3,14 is genoemd. In het volgende vers zien we dat zijn toehoorders precies begrepen wat hij over zichzelf zei. "Ze raapten stenen op om naar hem te gooien. Maar Jezus verborg zich en ging de tempel uit” (Joh 8,59). In Johannes 20,28 viel Thomas voor Jezus neer en riep uit: "Mijn Heer en mijn God!" De Griekse tekst luidt letterlijk: "De Heer komt van mij en de God komt van mij!"

In Filippenzen 2,6 Paulus vertelt ons dat Jezus Christus "in goddelijke vorm" was. Toch koos hij ervoor om ter wille van ons als mens geboren te worden. Dit maakt Jezus uniek. Hij is zowel God als mens. Hij overbrugt de enorme, onmogelijke kloof tussen het goddelijke en het goddelijke. mens en smelt God en mensheid samen. De Schepper verbond zich met schepselen in een band van liefde die geen menselijke logica kan verklaren.

Toen Jezus zijn discipelen naar zijn identiteit vroeg, antwoordde Petrus: “U bent Christus, de Zoon van de levende God! En Jezus antwoordde en zei tot hem: Zalig zijt gij, Simon, de zoon van Jona; Want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar mijn Vader, die in de hemelen is" (Matteüs 16,16-17).

Jezus was slechts een korte periode tussen zijn geboorte en zijn dood geen mens. Hij stond op uit de dood en steeg op naar de rechterhand van de Vader, waar hij vandaag is als onze Heiland en onze Advocaat - als een man bij God - nog steeds een van ons, God in het vlees, nu verheerlijkt ter wille van ons, net zoals hij werd gekruisigd ter wille van ons.

Immanuel - God met ons - is nog steeds bij ons en zal voor altijd bij ons zijn.

door Joseph Tkach