gebed voor alle mensen

722 gebed voor alle mensenPaulus stuurde Timoteüs naar de kerk in Efeze om een ​​aantal problemen bij de overdracht van het geloof op te lossen. Hij stuurde hem ook een brief waarin hij zijn missie uiteenzette. Deze brief moest voor de hele gemeente worden voorgelezen, zodat elk lid op de hoogte zou zijn van Timotheüs' gezag om namens de apostel op te treden.

Paulus wees er onder meer op waar in de kerkdienst op gelet moet worden: "Dus ik waarschuw dat men vooral verzoeken, gebeden, voorbede en dankzegging doet voor alle mensen" (1. Timoteüs 2,1). Ze zouden ook gebeden met een positief karakter moeten bevatten, in tegenstelling tot de minachtende boodschappen die in sommige synagogen onderdeel waren geworden van de liturgie.

De voorbede zou niet alleen de leden van de kerk moeten betreffen, maar de gebeden zouden voor iedereen moeten gelden: "Bid voor de heersers en voor al degenen die gezag hebben, dat we in rust en vrede mogen leven, in de vreze van God en in gerechtigheid " (1. Timoteüs 2,2 Goed Nieuws Bijbel). Paulus wilde niet dat de kerk elitair zou zijn of geassocieerd zou worden met een ondergrondse verzetsbeweging. Als voorbeeld kan worden verwezen naar de omgang van het jodendom met het Romeinse rijk. De Joden wilden de keizer niet aanbidden, maar konden wel voor de keizer bidden; zij aanbaden God en brachten hem offers: "De priesters zullen wierook offeren aan de God van de hemel en bidden voor het leven van de koning en zijn zonen" (Ezra 6,10 Hoop voor iedereen).

De vroege christenen werden vervolgd omwille van het evangelie en hun trouw aan een andere meester. Dus ze hoefden de staatsleiding niet te provoceren met agitatie tegen de regering. Deze houding wordt door God Zelf goedgekeurd: "Dit is goed en aangenaam in de ogen van God, onze Heiland" (1. Timoteüs 2,3). De term "Verlosser" verwijst meestal naar Jezus, dus in dit geval lijkt het te verwijzen naar de Vader.

Paulus voegt een belangrijke uitweiding toe met betrekking tot Gods wil: "Wie wenst dat alle mensen behouden worden" (1. Timoteüs 2,4). In onze gebeden moeten we de moeilijke predikanten gedenken; want God zelf wenst hun niets slechts. Hij wil dat ze gered worden, maar daarvoor is eerst de boodschap van het evangelie nodig: "Opdat zij tot kennis van de waarheid komen" (1. Timoteüs 2,4).

Gebeurt alles altijd volgens Gods wil? Zal iedereen echt gered worden? Paulus gaat niet in op deze vraag, maar het is duidelijk dat de verlangens van onze hemelse Vader niet altijd werkelijkheid worden, althans niet onmiddellijk. Zelfs vandaag, bijna 2000 jaar later, hebben lang niet "alle mensen" kennis van het evangelie gekregen, veel minder hebben het voor zichzelf aanvaard en verlossing ervaren. God wil dat zijn kinderen elkaar liefhebben, maar dat is niet overal het geval. Omdat hij ook wil dat mensen hun eigen wil hebben. Paulus ondersteunt zijn uitspraken door ze te onderbouwen met redenen: "Want er is één God en één middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus" (1. Timoteüs 2,5).

Er is maar één God die alles en iedereen heeft geschapen. Zijn plan geldt in gelijke mate voor alle mensen: we zijn allemaal naar zijn beeld geschapen, opdat wij op aarde van God zouden kunnen getuigen: “God schiep de mens naar zijn beeld, ja, naar het beeld van God; en hij schiep hen mannelijk en vrouwelijk" (1. Genesis 1:27). De identiteit van God geeft aan dat volgens zijn plan heel zijn schepping één is. Alle mensen zijn inbegrepen.

Daarnaast is er een bemiddelaar. We zijn allemaal verbonden met God door de vleesgeworden Zoon van God, Jezus Christus. De Godman Jezus kan nog steeds als zodanig worden aangeduid, aangezien hij zijn menselijke natuur niet aan het graf toevertrouwde. Integendeel, hij verrees als een verheerlijkt man en steeg als zodanig op naar de hemel; want de verheerlijkte mensheid is een deel van zichzelf Aangezien de mensheid geschapen is naar Gods beeld, waren essentiële aspecten van de menselijke natuur vanaf het begin aanwezig voor de Almachtige; en daarom is het niet verwonderlijk dat de natuur van de mens wordt uitgedrukt in de goddelijke natuur van Jezus.

Als onze middelaar is Jezus degene "die zichzelf een losprijs gaf voor allen, zijn getuigenis te zijner tijd" (1. Timoteüs 2,6). Sommige theologen maken bezwaar tegen de eenvoudige betekenis achter dit vers, maar het past goed bij vers 7 en de inhoud van wat Paulus even later leest: "We werken hard en lijden veel omdat onze hoop een levende god is. Hij is de Verlosser van alle mensen, vooral van de gelovigen» (1. Timoteüs 4,10 Hoop voor iedereen). Hij stierf voor de zonden van alle mensen, zelfs degenen die het nog niet weten. Hij stierf slechts één keer en wachtte niet op ons geloof om te werken voor onze redding. Om het in termen van een financiële analogie te zeggen, hij betaalde de schuld zelf voor de mensen die het niet beseften.

Wat moet er nog gebeuren nu Jezus dit voor ons heeft gedaan? Nu is het tijd voor mensen om te erkennen wat Jezus voor hen heeft bereikt, en dat is wat Paulus met zijn woorden probeert te bereiken. «Hiervoor ben ik aangesteld als prediker en apostel - ik vertel de waarheid en lieg niet, als leraar van de heidenen in geloof en in de waarheid» (1. Timoteüs 2,7). Paulus wilde dat Timoteüs een leraar van de heidenen zou zijn in geloof en waarheid.

door Michael Morrison