Leven in de liefde van God

537 leeft in de liefde van GodIn zijn brief aan de Romeinen vraagt ​​Paulus retorisch: "Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of hongersnood, of naaktheid, of gevaar, of zwaard?" (Romeinen 8,35).

Werkelijk niets kan ons scheiden van de liefde van Christus, die ons hier duidelijk wordt getoond, zoals we lezen in de volgende verzen: "Want ik ben er zeker van dat noch dood noch leven, noch engelen, noch machten, noch autoriteiten, noch tegenwoordige noch toekomende dingen, hoog noch laag, noch enig ander schepsel kan ons scheiden van de liefde van God, die is in Christus Jezus, onze Heer" (Romeinen 8,38-39).

We kunnen niet gescheiden worden van de liefde van God omdat Hij altijd van ons houdt. Hij houdt van ons, of we het nu goed of slecht doen, of we winnen of verliezen, of de tijden goed of slecht zijn. Geloof het of niet, hij houdt van ons! Hij heeft zijn Zoon, Jezus Christus, gestuurd om voor ons te sterven. Jezus Christus stierf voor ons toen we nog zondaars waren (Romeinen) 5,8). Er is geen grotere liefde dan voor iemand te sterven5,13). Dus God houdt van ons. Dat is zeker. Wat er ook gebeurt, God houdt van ons.

Voor ons, christenen, is de belangrijkste vraag misschien of we God zullen liefhebben als het moeilijk wordt? Laten we onszelf niet voor de gek houden door aan te nemen dat christenen immuun zijn voor beproevingen en lijden. Er zijn slechte dingen in het leven, of we nu heiligen of zondaars zijn. God heeft ons nooit beloofd dat er geen moeilijkheden zouden zijn in het christelijke leven. Zullen we van God houden in goede en slechte tijden?

Zelfs onze bijbelse voorouders hebben erover nagedacht. Laten we de conclusies bekijken die ze hebben bereikt:

Habakuk: De vijgenboom zal niet uitlopen en er zal geen groei aan de wijnstokken zijn. De olijfboom geeft niet op en de velden brengen geen voedsel; Schapen zullen uit de hokken worden gerukt en er zullen geen ossen in de stallen zijn. Maar ik zal mij verheugen in de Heer en blij zijn in God, mijn redding" (Habakuk 3,17-18).

Micha: "Wees niet blij met mij, mijn vijand! Zelfs als ik ga liggen, sta ik weer op; en hoewel ik in duisternis zit, toch is de Heer mijn licht" (Mich 7,8).

Job: “En zijn vrouw zei tegen hem: Ben je nog standvastig in je godsvrucht? Annuleer God en sterf! Maar hij zei tegen haar: U spreekt zoals dwaze vrouwen spreken. Hebben we het goede van God gekregen en zouden we ook het kwade niet moeten accepteren? In dit alles zondigde Job niet met zijn lippen" (Job 2,9-10).

Het voorbeeld van Schadrach, Meschach en Abed-Nego vind ik het mooist. Toen ze dreigden levend verbrand te worden, zeiden ze dat ze wisten dat God hen kon redden. Als hij er echter voor heeft gekozen het niet te doen, vindt ze dat prima (Daniël .). 3,16-18). Ze zouden God liefhebben en loven, wat Hij ook besliste.

God liefhebben en prijzen is niet zozeer een kwestie van goede of slechte tijden, of dat we winnen of verliezen. Het gaat erom van hem te houden en op hem te vertrouwen, wat er ook gebeurt. Dit is tenslotte de liefde die hij ons geeft! Blijf standvastig in de liefde van God.

door Barbara Dahlgren