Wo bist du?

511 waar ben je?Onmiddellijk na de zondeval verstopten Adam en Eva zich in het landschap van de Hof van Eden. Het is ironisch dat ze Gods schepping, de flora en fauna, gebruikten om zich voor God te verbergen. Dit roept de eerste vraag op die in het Oude Testament als vraag wordt gesteld - het komt van God tot de zondaar, (Adam): "En zij hoorden de Here God wandelen in de tuin toen de dag koel was geworden. En Adam verborg zich met zijn vrouw voor het aangezicht van de Here God tussen de bomen van de tuin. En de Here God riep Adam en zei tegen hem: Waar ben je?" (1. Mozes 3,8-9).

"Waar ben je?" God wist natuurlijk waar Adam was, wat hij had gedaan en in welke toestand hij verkeerde. De vraag die God in dit gedeelte van de Schrift gebruikt, bewijst dat God niet op zoek was naar informatie die Hem al bekend was, maar dat hij Adam vroeg zichzelf te onderzoeken.

Waar zit je nu in het spirituele landschap en in je relatie met God? Waar brengt dit leven jou nu naartoe? In zijn huidige toestand was hij in opstand, bang voor een valse soort van angst, zich voor God te verbergen en anderen de schuld te geven voor zijn gedrag. Dit is een algemene beschrijving, niet alleen van Adam, maar ook van zijn nakomelingen door de hele tijd heen tot op de dag van vandaag.

Zowel Adam als Eva hebben het heft in eigen handen genomen. Om zich niet slecht te voelen voor God, bedekten ze zich met vijgenbladeren. Deze kleding was ongepast. God heeft kleding voor hen gemaakt uit dierenhuiden. Dit lijkt het eerste dierenoffer te zijn en het vergieten van onschuldig bloed en een voorafschaduwing van wat zou komen.

Deze vraag kan ook relevant zijn voor christenen, aangezien zij niet immuun zijn voor de menselijke conditie. Sommigen hebben geprobeerd hun eigen kleren aan elkaar te naaien om zich op de een of andere manier bedekt te voelen voor God, door ceremonies, rituelen, regels en voorschriften te volgen. Het antwoord op de menselijke behoefte ligt echter niet in dergelijke praktijken, maar is ingebed in de eerste vraag die wijze zondaars in het Nieuwe Testament onder Gods leiding stellen: "Waar is de pasgeboren koning van de Joden?" We zagen zijn ster rijzen en kwamen om hem te aanbidden" (Mattheüs 2,2).

Door de koning te aanvaarden en te aanbidden die vanaf zijn geboorte het koningschap heeft verleend, voorziet God u nu van de nodige kleding: "Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt u in Christus gekleed" (Galaten 3,27). In plaats van de vacht van dieren heb je nu de tweede Adam aangedaan in Christus, die je vrede, waardering, vergeving, liefde en een welkom thuis geeft. Dit is het evangelie in een notendop.

door Eddie Marsh


pdfWo bist du?